In tijden van crisis is er altijd de roep om echte verandering. De roeren moeten om, de neuzen moeten andere kanten op en verbetering of aanpassing is dan niet meer aan de orde. Alles moet anders. Zo ook in de mkb-financieringscrisis. Dit kabinet is besluiteloos gebleken in de post-coronatijd, waar het mkb nog steeds strijd om de twee coronajaren weer te boven te komen. Deze besluiteloosheid maakt het dat men weer oude wijn in nieuwe zakken gaat gieten en weer roept om de oprichting van een Ondernemersbank. Veelal zonder te kijken wat er met kleine aanpassingen en verbeteringen al mogelijk is in het huidige bedrijfsfinancieringenveld. Met een slordige pers die maar niet wil lezen of horen dat er gewoon geen plek is voor een dergelijke bank.

Het lijkt wel of een nieuwe “NMB” alles op kan lossen. De bank heeft dan kennelijk geen last van Basel-regels en heeft kennelijk opeens de Heilige Graal gevonden van een soepel klantcontact en een snelle aanvragenverwerking. Alles gaat kennelijk van een leien dakje met dit panacee.

We weten allemaal dat het mkb zucht onder een zware schuldenlast en we moeten als samenleving vrezen voor een recessie. In Nederland wordt dan ook die roep om die nationale mkb-bank luider. Alsof een nieuwe bank de problemen van de “oude” banken op zou lossen. Ik begrijp nooit wat de politici – veelal niet echt deskundig op het financiële vlak, die zelf nog nooit hebben ondernomen en voor rekenen op school steevast een onvoldoende hadden…- met deze nieuwe bank denken te bereiken. De oprichting van een zogenaamde nutsbank zou de financiering aan kleine bedrijven moeten en kunnen vlottrekken?

Maar laten we eens kijken naar de Volksbank, waar het nog jaren kan duren voor deze bank klaar is om weer op eigen benen te staan. De bank die in 2013 werd genationaliseerd, heeft nog minimaal 4 jaar nodig om zichzelf klaar te stomen voor een privatisering, Ze gaan de oorspronkelijke streefdatum in 2025 niet halen. De progressie, of beter: het gebrek eraan, wordt al jaren gedeeld met het ministerie van Financiën (eens kijken wat minister Kaag doet..). Topbestuurders stappen na elkaar op, eisen schadevergoedingen in de miljoenen en kritische rapporten liggen op een stapel te wachten op verdere lezing, aanpak en ingrijpen. Deze bank gaat em ook niet worden, ook niet door Qredits te koppelen aan het zakelijke platform van de Volksbank.

De andere staatsbank dan?

ABN Amro noemde zich jarenlang Dé Bank. Nu is het nog maar: een bank. De aandelen van ABN Amro – gered door het kabinet Balkenende Vier ( The Sequel..) in 2008- zijn voor 56 procent in handen van de Nederlandse staat. Tegen de huidige beurskoers is dat aandelenpakket € 7,7 miljard waard. Dat is, om uw gedachten te bepalen, de helft van de begroting van het ministerie van Defensie.

Dus als bestuurder Lars Kramer na een jaartje alweer vertrekt, is dat reden voor verwondering en zorg. Daar loopt alles dus ook niet op rolletjes en de NLFI (NL Financial Investments is de privaatrechtelijke aandeelhouder van de in handen van de overheid gekomen ABN en de Volksbank) dringt aan op snelle maatregelen.

Waarschuwing

Dat de huidige banken het mkb niet helpen is duidelijk, maar intern overheidsingrijpen (zelfs als grootaandeelhouder) heeft niet gewerkt bij de huidige banken, dus waarom weer iets nieuws proberen? Dat een deel van de politiek vindt dat er een nieuwe bank moeten komen gooi ik dan ook maar op verregaande onkunde en electoraal kuddegedrag.

Ze willen dat er een mkb-bank komt die tegen lage kosten ondernemers ondersteunt, maar is een schone lei ook een goedkopere lei? Ik waarschuw nu reeds voor te veel overheidsbemoeienis en hoge kosten. Onze banken zijn geen uitblinkers gebleken in het financieren van kleine en middelgrote bedrijven en waarom zou dat nu opeens wel kunnen binnen een nieuwe bank .

Het behandelen van kleine kredieten kost een bank gemiddeld €4000 in de acceptatie- en uitvoeringsfase. Bij een lening van €100.000 zou dit een afsluitprovisie ( als betaling voor de eenmalige onboardingskosten) opleveren van 4%! Een bank is simpelweg een te duur vehikel /platform voor bedrijfsfinancieringen.

Non-bancaire kredietverstrekkers daarentegen doen het goedkoper, sneller en beter, waarbij ik wil aantekenen dat kredietunies werken met vrijwilligers en per definitie minder kosten maken.

De Nederlandsche Bank meet de omvang van het uitstaande krediet van de drie Nederlandse grootbanken bij het mkb. Dat was tien jaar geleden €144,7 mrd, maar inmiddels is dat bedrag met 15,9% gedaald naar €121,7 mrd in 2022 en deze daling is te verklaren door de opkomst van non-bancaire financiers.

Wat zij als geldverstrekker echter missen is de toegang tot de kapitaalmarkt en deze toegang tot de kapitaalmarkt is nu juist het succes gebleken van de British Business Bank. Deze naam doet vermoeden dat het een bank is, maar het is een platform waarlangs het makkelijker is om financieringsgeld/funding op te halen voor de non-bancaire financiers. Bij ons zou de RVO hieruit lering kunnen trekken en een aantal non-bancaire financiers ook op een dergelijke wijze terzijde kunnen staan. Waarbij Kredietunies als “avant la lettre Near Banks/ Local Banks” ook hele goede kaarten in handen hebben om dit platform tot een succes te maken.

Maar dan heb je wel een minister van EZK nodig die durft.

Bron: FD