Bankregulering moet voor de Nederlandse kredietunies in verhouding staan tot het niveau van systeemrisico’s dat ze hebben
In 2013 publiceerde de toenmalige Britse financiële toezichthouder – de Financial Services Authority (FSA), vergelijkbaar met onze AFM – een document waarin werd getracht het autorisatieproces voor bankaanvragers te hervormen en om een belangrijke verschuiving teweegbrengen in de benadering van de prudentiële regulering van startende bankiers. Deze veranderingen waren bedoeld om de toetredings- en uitbreidingsdrempels te verminderen, de concurrentie in de (non-bancaire) banksector te vergroten en hun slagvaardigheid t.o.v. het mkb te vergroten (een maand nadat het bovenstaande document was gepubliceerd, werd de FSA vervangen door nieuwe Britse financiële toezichthouders – de Prudential Regulation Authority (PRA) en de Financial Conduct Authority ( FCA)).
Ze begrepen in Engeland dat elke succesvolle markteconomie of sector de capaciteit moet hebben voor nieuwkomers om te kunnen concurreren met bestaande gevestigde banken – ze brengen frisse ideeën, nieuwe bedrijfsmodellen en innovatie met zich mee.
Ook in Nederland begrepen ze dat sinds KNAB ( Aegon Bank) haar bankvergunning had gekregen in 2012, er al tientallen jaren er geen andere bankvergunningen waren verleend. Dit veranderde onlangs wel met de komst van Bunq, maar daar bleef het voorlopig bij.
Het is duidelijk dat de regelgevers het eerste doel hebben bereikt – het hervormen van het autorisatieproces voor bankvergunningaanvragers – maar hoe zit het met het tweede om een belangrijke verschuiving teweeg te brengen in de prudentiële regulering van startende banken? Er zijn immers nog geen nieuwkomers die voldoende schaal hebben om als belangrijke concurrenten van de gevestigde banken te worden beschouwd.
Regulering verhindert groei
Begrijp me goed: er is niet zozeer minder regelgeving nodig , maar betere regelgeving – dat wil zeggen regelgeving die flexibel, evenredig, gefocust en op de echte risico’s gebaseerd is. Regelgeving die zorgt voor financiële stabiliteit en investeerders- en consumentenbescherming, terwijl groei, innovatie en concurrentie tot bloei kunnen komen.
Momenteel valt de regeldruk zwaarder op nieuwkomers dan op grotere, systeemrelevante instellingen. Dat blijkt uit hogere kapitaal- en regelgevende vereisten per euro risicoblootstelling. Deze risico- en rapportagevereisten maken geen onderscheid tussen kleine, nieuwe banken, non- bancaire financiers zoals kredietunies en de reeds lang gevestigde internationale multinationals. Met een steeds groter wordende reikwijdte van wettelijke verzoeken, verordeningen en vereisten ( veelal vanuit Brussel), lijkt het voor mij echt contra-intuïtief voor de onderlinge concurrentie om de daadwerkelijke grootte en status te negeren.
Mijn aanbeveling is dat de (Europese) regelgeving “op de juiste maat” moet zijn afgestemd op de aard van het bankbedrijf in kwestie en de specifieke risico’s die het met zich meebrengt. Met andere woorden, kleinere, nieuwere en specifieke spelers in de banksector, zoals kredietunies, hoeven zich niet aan dezelfde wettelijke rapportage- en kapitaalvereisten te houden als grote, systeemrelevante instellingen. In een post-corona-omgeving moeten onze ( en Brusselse…) regelgevers profiteren van de flexibiliteit die bijvoorbeeld kredietunies ( vallend onder de Wet toezicht Kredietunies) in het veld van de bedrijfsfinanciers hebben binnen de EU. Nederland moet zelf reguleren op een manier die de belemmeringen voor groei en schaalvergroting wegneemt, een meer evenredig en op risico gebaseerd regelgevingskader ontwikkelen en de broodnoodige innovatie en concurrentie juist laat bloeien. Brussel zou zelfs blijvend een voorbeeld kunnen nemen aan de ooit in Nederland aangenomen Wet Toezicht Kredietunies die binnen Europa haar eigen plek kent en moet houden!
Dit specifieke regelgevingskader zal met name het mkb ten goede komen met bijbehorende lagere (behandelings-en uitvoeringskosten en betere diensten. Zonder in te boeten aan financiële stabiliteit of consumentenbescherming.

De Nederlandse wetgever moet dit erkennen en heeft een nieuw sterk en vooral eenvoudig kader nodig waarmee wordt bereikt dat het prudentiële kader voor niet-systeemrelevante binnenlandse banken, crowdfunders en kredietunies wordt vereenvoudigd, met behoud van hun veerkracht.
De V.S.,K. steunt alle initiatieven die de regulering verbeteren en vereenvoudigen, maar wachten op de details van de uitwerking van de onlangs voorgestelde en aangenomen EU(Crowdfunding-)verordeningen en hoe dit nieuwe regime eruit zal zien voor de specifieke Nederlandse kredietunies die reeds jaren onder de WTK en daarmee de DNB vallen.
Twee belangrijke gebieden aanpakken voor echt effect
De eerste is dat we de regelgeving voor banken moeten hervormen en ernaar moeten kijken door een systemische en niet-systemische lens. In de kern moet het zorgen voor financiële stabiliteit en consumentenbescherming, maar op een manier die risico’s en evenredigheid erkent.
Ten tweede moeten de vereisten voor kleinere niet-systeembanken en non-bancaire financiers, worden herzien om ervoor te zorgen dat ze evenredig en risicogevoelig zijn.
We moeten de regulering binnen de banksector en de non-bancaire financiers nooit zien als een “nulfalenregime”. Zo werkt een gezonde en concurrerende markteconomie immers niet. Op dit moment worden onze overheidsregelingen alleen gefinancierd om het hoofd te bieden aan zeer beperkte bankfaillissementen. Het is daarentegen niet in staat om te gaan met faillissementen van systeembanken. Dit model maakt de overheid en regelgevers steeds meer risicomijdend en ze zoeken steeds hogere eisen om ervoor te zorgen dat ze niet de schuld krijgen van enige vorm van falen.

Hoewel we zeker geen bankfaillissementen nastreven, zou het geen taboe moeten zijn. We moeten kijken naar een robuuster en vollediger financieringsmodel, gefinancierd door de banksector, waarbij degenen die het meeste risico lopen de hoogste bijdragen betalen. Dat zou regelgevers en de overheid vertrouwen moeten geven om de noodzakelijke wijzigingen in het systeem aan te brengen voor meer evenredige en op risico’s gebaseerde regelgeving om concurrentie en economische groei mogelijk te maken.
Nu we op de rand van een recessie in Nederland en in Europa staan, de consumentenfinanciën onder druk staan en bedrijven worden geconfronteerd met stijgende energie- en huurkosten, arbeidstekorten, mkb-financieringsproblemen en aanhoudende problemen met de toeleveringsketen, hebben we onze non-bancaire aanbieders en kredietunies meer dan ooit nodig.
De veranderingen die ik hierboven heb geschetst, zullen ook kredietunies kunnen helpen de dominantie van de grootbanken uit te dagen, waardoor betere financieringsresultaten voor het mkb worden gecreëerd.
Recente reacties